In mijn praktijk hoor ik zelden een vrouw zeggen dat ze ergens boos over is. Ik hoor wel eens over voorvallen die ze ‘niet leuk’ vonden en soms als ik doorvraag wil er wel eens een toegeven dat ze geïrriteerd was. Maar echte onversneden boosheid? Nee.
“Boos”, zei laatst een cliënte tegen me, “Is als je dingen tegen de muren gaat smijten”.
Wat betekent dat? Dat betekent dat vrouwen niet toegeven dat ze boos zijn totdat het zo hoog is opgelopen dat ze er geen controle meer over hebben en uitbarsten in gooi en smijtwerk. Dat is niet erg constructief.
Waarom doen wij dat? En wat zijn de gevolgen daarvan?
Taboe
Op vrouwelijke boosheid zit een taboe. Boosheid past niet bij ons beeld van de ideale vrouwelijkheid, dat nog steeds, alle moderniteit ten spijt, sterk neigt naar de onzelfzuchtige, vrolijke en zorgende ‘perfecte moeder’, wiens taak het is om te troosten, te steunen, te begrijpen en om harmonie te bevorderen. Meisjes worden opgevoed met dit ideaal en boosheid voelen hoort daar niet bij. Op het openlijk uiten van boosheid door meisjes wordt afkeurend gereageerd en vrouwen krijgen labels als ‘bitch’ en ‘feeks’ als ze duidelijk laten merken dat iets hen niet zint.
De meeste vrouwen willen aardig gevonden worden, geen wonder dus dat wij moeite hebben met boosheid.
Machteloosheid
Maar ook vrouwen voelen boosheid. In ‘The Anger study’(1) van Sandra Thomas, een Amerikaans onderzoek naar vrouwen en boosheid, werd de top drie gevonden van redenen waarom vrouwen boos worden:
Machteloosheid staat op nummer een. Vrouwen voelen zich met name machteloos als er niet naar ze geluisterd wordt, als ze zich niet gehoord voelen. Dat komt vaak voor: twee derde van de keren dat ze zich boos voelen, is het hierom.
Onrechtvaardigheid is ook een belangrijke reden voor ons om boos te worden. Als we oneerlijk of respectloos behandeld worden, of als ons vertrouwen beschaamd wordt.
En ten slotte worden wij pissig als we het gevoel hebben dat anderen zich onverantwoordelijk ten opzichte van ons gedragen. Daarbij moet je denken aan dat we niet de steun krijgen die we van anderen wel zouden verwachten, als we niet terugkrijgen wat wij geven aan anderen of als anderen ‘hun deel’ niet doen. Van het huishouden bijvoorbeeld.
In een klein onderzoekje dat ik deed onder mijn nieuwsbrieflezers bleek hetzelfde: veruit de meeste vrouwen noemden machteloosheid als belangrijkste reden om boos te worden, met onverantwoordelijkheid als tweede reden. Gelukkig vinkte niemand de optie: “Ik word nooit boos” aan..
Vervormen
Uiten van boosheid is dus een probleem, maar we voelen hem wel. Wat doen we dan met die boosheid?
We zwakken het af. We zijn niet boos, nee, we zijn teleurgesteld, we vinden iets ‘niet zo leuk’, we vinden dat ‘dat ook wel anders had gekund’ en op zijn hoogst zijn we geïrriteerd.
We zetten het om in passief – agressief gedrag. We zeggen niet dat we boos zijn en waarom, maar we worden stil en teruggetrokken. En als iemand vraagt: “Is er wat?” zeggen we: “Nee, hoor”, maar met een intonatie die boekdelen spreekt.
We mengen onze boosheid met allerlei andere gevoelens zoals verwarring, verdriet, onzekerheid en schaamte zodat het niet meer herkenbaar is.
We onderdrukken het. En we ontwikkelen daar psychosomatische klachten door, zoals hoofdpijn, moeheid, spijsverteringsproblemen en pijnlijke spieren. Uiteindelijk kan het zelfs leiden tot een depressie.
Onschadelijk
Nou kun je je boosheid op deze manieren best onschadelijk maken, maar de ellende is dat je daarmee jezelf ook onschadelijk maakt. Dat wil zeggen: kleiner, iemand om geen rekening mee te hoeven houden. In het eerder genoemde boosheidsonderzoek rapporteerden vrouwen dat ze konden voelen dat het onderdrukken van hun boosheid ten koste ging van hun zelfbeeld. En om het cirkeltje rond te maken: je moet om te beginnen al een positief zelfbeeld hebben om voor jezelf op te komen en erop te staan dat anderen naar je luisteren en je fatsoenlijk behandelen. Je komt dus in een vicieuze cirkel terecht.
Trouwens, ook als vrouwen uiteindelijk uitbarsten in woede als ze het niet meer kunnen beheersen, houden ze er geen goed gevoel aan over. Ze voelen zich er niet krachtig door, maar ervaren het meer als iets waar ze geen controle over hebben, iets dat eigenlijk niet bij ze past.
Tips
Met het onderdrukken of vervormen van je boosheid en deze niet uiten raak je dus alleen maar verder van huis. Reden genoeg om ermee op te houden. Maar dat gaat natuurlijk niet van de ene dag op de andere. Hier zijn wat tips om te kijken of je wat anders kan met boosheid dan onderdrukken:
1. Laat je boosheid gewoon opkomen. Probeer deze te observeren als een interessant fenomeen zonder dat je er verder iets mee hoeft en zonder deze te veroordelen. Boosheid is niet goed of slecht. Het is gewoon een emotie, net als blijheid en verdriet.
2. Er wordt wel eens aangeraden om woede af te reageren door op kussens te gaan slaan. Mijn ervaring is dat het meestal alleen maar afleidt. Blijf in plaats daarvan stilstaan bij het gevoel van boosheid en kijk eens of je kunt voelen wat die doet in je lijf: waar voel je hem, en hoe voelt die: warm? in beweging? Als een knoop in je maag? Maak jezelf vertrouwd met het gevoel van boosheid in je lijf.
3. Ga niet redeneren wie er schuldig is aan wat en wat een rotzak hij is en zij een trut en wat je had moeten zeggen… enz. enz. Probeer in plaats daarvan te voelen welke behoefte van jou niet vervuld is. Is er niet naar je geluisterd? Word je niet serieus genomen? Ben je niet gesteund door iemand die achter je had moeten staan?
4. Probeer op basis van dat laatste gevoel eens te bedenken hoe je hier uiting aan zou kunnen geven. Gebruik daarbij ‘Ik –boodschappen’: “Ik voel me niet gehoord” in plaats van: “jij luistert niet naar me!”. (En pas ook op voor zogenaamde ‘jij –bakken’: “Ik heb het gevoel dat jij niet naar me luistert”)
Doorbreek de vicieuze cirkel van machteloosheid en jezelf kleiner maken door contact te maken met je boosheid. En daarmee met je kracht.
(1) Women’s anger, agression, and violence, Sandra Thomas 2005, university of Tennessee – Knoxville.
photocredit: David Robert Bliwas
Worden vrouwen niet boos?
Hoe zit het dan met die ene die ik tegenkwam die demonisch boos op een ander werd? Alsof er een demonisch monster was ontsnapt.